De eerste ministeries zijn ontstaan in 1815 en mettertijd zijn er steeds meer ministeries bijgekomen. Inmiddels hebben we 12 verschillende ministeries. Bij de ministeries vinden de voorbereidingen plaats als het gaat om het beleid, de wetten en de regelingen. Ook wat betreft het controleren en uitvoeren hebben ze een taak, hoewel deze taken soms ook uitgevoerd worden door externe partijen of rechtspersonen.
Wie is de baas
De minister bepaalt de politieke leiding van een ministerie en de hoogste ambtenaar is de secretaris-generaal. Deze twee werken nauw met elkaar samen. Onder de secretaris-generaal werken weer diverse directeuren-generaal die allemaal voor een gedeelte van het beleid verantwoordelijk zijn. Daaronder zitten weer diverse directies. De overige werknemers bij een ministerie zijn ambtenaren. Heeft een minister een speciale taak maar geen eigen ministerie, dan noemen ze dit een minister zonder portefeuille.
Voor bijna alles is een ministerie
Er zijn verschillende ministeries, zoals het Ministerie van Algemene zaken, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Er is ook een Ministerie van Defensie, een Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, een Ministerie van Financiën en een Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Tot slot zijn er nog de Ministeries van Justitie en Veiligheid, Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en als laatste Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Soms komt het voor dat bepaalde ministeries samengevoegd worden of juist opgesplitst. Zeker in het verleden kwam dit nog weleens voor. Ook in 2010 zijn er nog ministeries toegevoegd aan de reeds bestaande ministeries.